De gemeente Drechterland en inwoners hebben voorkeuren uitgesproken voor de naam van een nieuwe woonwijk en bijbehorende straatnamen. Het college moet hier nog wel een definitief besluit over nemen. Maar wie zijn de voorgestelde verzetshelden om met een straatnaam te eren?
In Venhuizen is volgens onderzoek vanuit de gemeente behoefte aan ongeveer 350 nieuwe woningen. Een groot deel, zo'n 250 huizen, moet in het project 'Centrum-West Venhuizen' gerealiseerd worden. Met de ontwikkelaar is aan het plan gewerkt, en zijn inwoners gevraagd om mee te denken over straatnamen en een naam voor de woonwijk.
Deze week volgde uitslag van de stemming, en maakte de gemeente wereldkundig dat de voorkeur uitgesproken is voor 'Laloe' als naam voor de wijk. Dit verwijst volgens Drechterland naar het droppingsveld in Hem waar tijdens de Tweede Wereldoorlog wapens werden gedropt, en is in het Maleisisch te vertalen naar 'overvliegen'. Deze namen kregen voorkeur voor een straatnaam:
Frederik Johan (Freek) Luider
Met 123 voorkeurstemmen kreeg Freek Luider de meeste stemmen. Tijdens de oorlog groeide hij uit tot een van de eerste en meest vastberaden verzetsstrijders in Venhuizen en Hem. Luider zette zich onder andere in voor (Joodse) onderduikers en wapendroppings, sabotages van vijandelijke doelen, en overvallen en liquidaties van vijandelijke personen. De in 1995 overleden verzetsstrijder bleef ook na de bevrijding actief. Zo was hij noodburgemeester en ondersteunde hij mede-verzetsleden.
Familieleden voeren al twintig jaar actie om zijn nalatenschap te eren. Samantha Jantji heeft het stokje overgenomen van haar 91-jarige opa Piet Luider, die de actie opzette. Zij laat namens de familie weten dat er eerst ongeloof, en later enorme blijdschap was over de voordracht. "Het eerste wat ik deed was direct mijn opa bellen. 'Gefeliciteerd opa', zei ik. Hij wist nog niet waarmee, maar voelde dat er iets groots aankwam. Toen ik het nieuws vertelde, werd het even stil aan de andere kant van de lijn."
Timotheus (Thamis) Commandeur
Met zijn familie en broer woonde Thamis Commandeur vanaf 1934 op boerderij 'Houtlust' in De Hout. Al vroeg in oorlogstijd boden zij een onderduikadres. Vooral de laatste jaren van de Tweede Wereldoorlog waren zeer gevaarlijk voor Thamis, die in 1943 zijn vrouw Catharina Commandeur-Mul verloor.
Een Joods meisje, Steffi Tikotin, mocht bij de familie onderduiken en werd onderdeel van het gezin. Later boden ze onderdak aan de Amerikaanse piloot Arthur Brown. Vanuit de 'Houtlust' werden onder leiding van een knokploeg overvallen gepleegd en wapendroppings uitgevoerd. Het gezin leefde voortdurend onder dreiging om ontdekt te worden.
Commandeur vond zelfs een onderscheiding van de Amerikaanse president Eisenhouwer onbelangrijk. In 2003 kreeg hij postuum het 'Yad Vashem' uitgereikt. Dit is de hoogste Israëlische onderscheiding voor niet-Joden die hun leven riskeerden om Joden te redden tijdens de Holocaust.
Jan Sijm
De van 1924 tot 1972 in Venhuizen wonende Jan Sijm toonde tijdens de Tweede Wereldoorlog uitzonderlijk moed. In 1940 sloot Sijm, die de schuilnaam Paul droeg, zich aan bij het verzet en werd wapencommandant. Net als Luider hielp Jan bij het onderduiken van Joodse mensen, wapendroppings en ook diefstallen en overvallen om de onderduikers te voorzien van eten en drinken.
Volgens familieleden ontsnapte Jan meerdere keren ternauwernood aan arrestaties, en bleef de spanning in het huis groot om ontdekt te worden door de bezetter. Vooral na de oorlog werd bekend hoe groot de invloed van Jan Sijm was. Hij bleef zich naast zijn verzetsdaden op allerlei manier inzetten voor het dorp. Zo was Jan 25 jaar vrijwilliger bij de brandweer en tien jaar actief bij de reservepolitie.
Simon (Sam) Koopman
Sam Koopman werd in 1921 geboren in Venhuizen. Zijn hele leven woonde hij aan de Westerkerkweg 46/48. De verzetsstrijder nam deel aan gevaarlijke activiteiten als wapendroppings, en het vervoer van deze wapens naar een boerderij in de Wieringermeer.
Volgens zijn familieleden vertelde hij weinig over zijn rol in het verzet, maar zij weten dat hij verantwoordelijk was voor het beheer van buitgemaakte wapens. Veel erkenning heeft Koopman niet gehad na de oorlog, mede omdat zijn werk onbekend bleef. Sam Koopman overleed in 2005.
Theodorus (Dick) Laan
De op 1 april 1922 in Venhuizen geboren Laan leefde tijdens de Tweede Wereldoorlog in constante dreiging. Onder zijn schuilnaam 'Dikkie Dik' coördineerde onder andere parachutedroppings, hielp bij het transport van wapens en levensmiddelen, en hield de verbinding met andere verzetsgroepen in stand.
Laan was altijd op de vlucht, moest vertrouwen op zijn gevoel en kennis van het gebied in de huidige gemeente Drechterland, en bij elke stap of actie voorzichtig zijn. Na de oorlog bleef hij zich inzetten voor de ontwikkeling van West-Friesland, zowel voor de West-Friezen zelf als voor maatschappelijke en educatieve instellingen binnen de regio. Theodorus (Dick) Laan overleed op 12 september 1990.
Maartje Schoenmaker
Van 1922 tot 1944 was Maartje Schoenmaker wijkzuster van het Witte Kruis in Venhuizen, Wijdenes en Oosterleek. Haar werk en contacten maakten de in 1895 geboren Maartje zeer waardevol voor het verzet. Samen met onder andere dokter Van der Sluijs, Freek Luider en Jan Sijm gaf zij in het geheim berichten door.
De zuster verhuisde naar de oorlog naar Alkmaar, waar ze in 1987 overleed. Maartje ligt begraven bij haar ouders in Venhuizen, en haar naam is vereeuwigd in het Zuster Schoenmakerfonds. Dit liet ze in haar testament oprichten. Het fonds ondersteunt culturele en gezondheidsprojecten in Venhuizen.