Start van hoofdcontent
nl

Column: Hoe Sinterklaas op het politiebureau belandde

3 december 2025, 12.42 uur
Door Edo van Eekeres · Foto: Streekomroep_West-Friesland

Er zijn van die verhalen die zo wonderlijk zijn dat je ze niet zou geloven als ze niet echt gebeurd waren. Zoals het verhaal van Sinterklaas die — ik verzin dit niet — werd gearresteerd. Niet vorig jaar, maar in de jaren dertig, toen mensen nog ontzag hadden voor gezag — behalve wanneer het in een rood gewaad en met staf voorbij kwam.

Een buurtblad wilde destijds de middenstand een steuntje in de rug geven en vroeg de burgemeester toestemming om met Sinterklaas een rondje langs de winkels te maken. De aanvraag werd resoluut afgewezen. Het blad besloot tóch te gaan, overtuigd van het goede doel. En zo trok de redacteur met de Sint de wijk in, kinderen in vrolijke drommen achter hen aan.

Tot er ineens twee rechercheurs opdoken. Of de Sint even wilde meekomen, klonk het vriendelijk maar onwrikbaar. De optocht eindigde abrupt in een verhoorkamer, en de volgende dag sierde in chocoladeletters de onvergetelijke kop de krant: ‘Sinterklaas gearresteerd’.

Het werd nog wonderlijker. De politie wilde het kostuum innemen, waardoor de Sint zich moest uitkleden. Een beeld dat je liever niet oproept, maar dat van Sinterklaas in zijn onderbroek kwam die middag akelig dichtbij. Gelukkig wist de vertegenwoordiger van het buurtblad het te voorkomen door droogjes op te merken dat de Sint geen andere kleren bij zich had. Bovendien bleek hij in een buurgemeente wél toestemming te hebben gekregen voor een feestelijke rondgang. Dat gaf uiteindelijk de doorslag: de Sint mocht gaan, met daarbij het dringende advies om de aangekondigde winkels niet meer te bezoeken. De kinderen die daar stonden te wachten, kregen die dag geen Sint te zien — bureaucratie won van de magie.

Waarom dit verhaal mij zo raakt, weet ik wel. Het herinnert me aan de Sinterklaasvieringen van mijn jeugd, decennia later — minstens zo chaotisch. In mijn uitgebreide familie was het feest een jaarlijkse uitbarsting van gezelligheid. Iedereen deed mee en iedereen gaf elkaar cadeaus. Omdat ik een brommer had, werd ik vanzelfsprekend benoemd tot bezorger — een soort voorloper van Post.nl, zeg maar. Vooruit plannen was in onze familie een kunst die nog ontwikkeld moest worden, dus reed ik op 5 december vaak zwaar bepakt pas laat in de middag de stad door; kris kras op weg naar adressen die ver uit elkaar lagen. Soms vroeg ik me af of ik mijn eigen pakjesavond nog wel zou halen.

Maar die ritten hadden ook iets betoverends. Wie ooit in de vroege Sinterklaasavond door het stadsverkeer reed, weet dat de werkelijkheid dan even kantelt. Overal duiken (hulp)Sinterklazen op. Auto’s rijden met open ramen of open dak waar staffen uitsteken als heilige antennes. Ik herinner me dat ik een keer in een file stond tussen meerdere Sinterklazen, alsof de stad had besloten tot een spontane massaproductie van de Goedheiligman. Komisch, chaotisch en prachtig tegelijk.

Telefoons om dat vast te leggen waren er nog niet. Het beeld bestaat alleen in mijn hoofd, maar daarom niet minder scherp. Soms denk ik eraan wanneer ik dat oude verhaal hoor van de gearresteerde Sint die bijna zijn kleren moest afstaan op een politiebureau. Beide taferelen even onwerkelijk, beide even echt.

En misschien bewijzen ze vooral dit: Sinterklaas is niet alleen een feest van cadeaus, maar vooral van verhalen. En sommige verhalen kunnen alleen bestaan in december — wanneer de wereld iets meer ruimte laat voor het absurde, en we dat met opvallend veel plezier toestaan.