Alea iacta est, les yeux sont faits, de teerling is geworpen, er is besloten, maar het is nog totaal duister wat er straks in het felle licht komt. Er is voor veel weldenkende Nederlanders een lichte opluchting omdat een partij met redelijke politici, die een redelijke samenleving voor ogen hebben, uiteindelijk de eerste plek heeft veroverd in de race om de macht.
Bij het woordje ‘macht’ hoop ik altijd te mogen denken aan politici die nu eens niet gretig misbruik willen maken van alle mogelijkheden die bij de rol van baas spelen kunnen horen. De grootste partij is gelukkig niet meer de partij van de politicus die geen leden wil hebben van zijn partij, omdat hij dan ook vast zit aan inspraak van die leden. Zijn partij is niet veel meer dan een fanclub.
Het is dus Rob Jetten geworden die de race heeft gewonnen. Ik zou het nog mooier hebben gevonden wanneer gezegd kon worden dat het D66 is die eerste is geworden. Ik gun het deze partij van harte, laat daar geen misverstand over zijn en ik ben ervan overtuigd dat het merendeel van de kiezers ook heeft gekozen voor een inhoudelijke boodschap.
Een flink aantal stemmen is echter gewonnen door het optreden van de lijststrekker. Rob Jetten trof de juiste toon, straalde de meest aantrekkelijke houding uit en had een goed verhaal. Om op hem te stemmen had elke zwevende kiezer die niet de moeite wilde nemen om een stemwijzer in te vullen, maar zich liet leiden door de persoonlijkheid van stemmentrekkers, meer dan genoeg kijkspul.
Ik ga dit niet zien als een factor die getuigt van desinteresse in wat de politiek doet en alleen belangstelling voor de show die een lijsttrekker kan opvoeren. Natuurlijk kan het uiterlijk vertoon een rol spelen. Politiek is niet alleen het formuleren van de juiste zinnen die passen bij een beleid dat door een stroming in dit land gezien wordt als het meest juiste.
Overal in het dagelijkse leven zul je zien dat wanneer je gelijk denkt te hebben, je dat ook beter kunt krijgen, wanneer je dat goed weet te verkopen. Ik heb dat ondervonden toen ik kaas verkocht op de Juttersmarkt in Den Helder. Wanneer je braaf blijft wachten totdat een koper zich uit zichzelf meldt, verkoop je weinig. Wanneer je als leraar wat onzeker over komt, verkoop je nul komma nul kennis.
Rob Jetten heeft de handelswaar van D66 op schitterende wijze verkocht. En laten we eerlijk zijn, de handelswaar waarmee Rob Jetten de markt opkwam is van een heel andere kwaliteit dan het rotte fruit waarop Geert Wilders zijn achterban wil vergasten. Het is niet ieders gedachtegoed, maar een juiste mix van zijn spul en dat van enkele andere handelaren in politiek gedachtegoed zal ons land goed kunnen doen. Dat betekent dat ook de andere partijen die met D66 een mooi compleet plaatje kunnen maken, ook van zins moeten zijn om dat te doen.
En daar zit dan altijd het probleem van de waarde van het marktmateriaal die door de kooplieden in belendende marktkramen nog altijd hoger wordt ingeschat dan een onafhankelijke klant dat zou doen. GroenLinks/PvdA bijvoorbeeld zal, zeker nu het GroenLinkse ideaaldenken nog duidelijk op de eigen plank ligt, niet meteen de moeilijker te verkopen artikelen terugleggen in het magazijn om daar te laten\ wachten op betere verkoopmogelijkheden.
Ook het CDA zal naast enige overeenkomstige producten ook een plekje in de gezamenlijke kraam willen hebben voor de eigen spulletjes voor de speciale en erg fatsoenlijke klanten. Maar hoe krijgt koopman Jetten ook de VVD zover dat die een deel van hun verkoopbare koopwaar desnoods aan de andere kant van de samenkraam wil neerzetten?
Zal de VVD zwichten voor deelname aan een samenkraam helemaal ter rechterzijde van de markt met verkopers van iets netter geformuleerde racisme, xenofobie en klimaatprobleemontkenningen? Zolang de huidige voorvrouw Dilan Yeşilgöz nog zo afkerig blijft van samenwerking met GroenLinks/PvdA zal het even duren voordat zij op een geloofwaardige manier kan toegeven aan de wens om weer eens samen te werken met partijen met enige ervaring op landelijke bestuurswerk.
Misschien kan zij aan haar achterban verkopen dat ze nooit iets had tegen GroenLinks/PvdA, maar dat ze altijd iets had tegen Frans Timmermans. Het geheugen van haar achterban is net sterk genoeg om zich die naam nog te herinneren. Wilders heeft het nakijken. Hij zal nog blijven schreeuwen, maar de schelle klanken zullen steeds minder door echoën. Zo is het dan toch een geslaagde verkiezingsronde geworden.