HET GOOI - Wie aan het Gooi denkt, ziet vaak een idyllisch beeld voor zich: statige lanen, luxe villa’s en een zekere rust die doet denken aan het betere buitenleven. Maar achter dat beeld schuilt ook een minder besproken kant van de regio: haar opvallend homogene bevolkingssamenstelling.
Terwijl Nederland als geheel steeds diverser wordt, blijft het Gooi achter op het gebied van etnische variatie. Met name dorpen als Laren en Blaricum behoren tot de minst diverse gemeenten van het land. Hoe komt het dat deze regio zo ‘wit’ is gebleven? Wat zeggen de cijfers? En welke mechanismen zorgen ervoor dat deze sociaaldemografische situatie in stand blijft?
Het Gooi is geen officieel afgebakende regio, maar verwijst meestal naar een cluster van gemeenten in Noord-Holland: Hilversum, Laren, Blaricum, Huizen, Bussum (nu onderdeel van Gooise Meren), Naarden en Wijdemeren. Het is een van de rijkste regio’s van Nederland en staat bekend om zijn hoge woningprijzen, groene karakter en aanzienlijke levenskwaliteit. Tegelijkertijd blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) dat deze regio qua bevolkingssamenstelling sterk afwijkt van het landelijke gemiddelde.
Betaalbare woningen schaars
In 2023 had Nederland gemiddeld ruim 26 procent inwoners met een migratieachtergrond. In grote steden als Amsterdam en Rotterdam ligt dat percentage zelfs boven de 50 procent. In het Gooi echter, blijft dat aandeel in veel gemeenten onder de 20 procent. Laren en Blaricum blijven steken rond de 12 tot 13 procent. Alleen Hilversum en Huizen naderen met respectievelijk ongeveer 25 en 24 procent het landelijke gemiddelde, maar binnen die steden zijn de verschillen tussen wijken aanzienlijk.
De relatieve “witheid” van het Gooi is geen toeval. Verschillende factoren dragen bij aan de beperkte etnische diversiteit in de regio. Allereerst is er de woningmarkt. De huizenprijzen in het Gooi behoren tot de hoogste van Nederland. In Laren en Blaricum ligt de gemiddelde woningwaarde boven de 850.000 euro. Betaalbare woningen zijn schaars en sociale huur komt in slechts een beperkt aantal wijken voor. Dit sluit in de praktijk veel starters en mensen met lagere inkomens uit, en aangezien die groepen statistisch vaker een migratieachtergrond hebben, leidt dit tot een natuurlijke selectie op etniciteit.
Netwerken
Daarnaast speelt sociaaleconomische uitsluiting een grote rol. Mensen met een migratieachtergrond verdienen gemiddeld minder en hebben een lager vermogen dan autochtone Nederlanders. Daardoor is het voor hen moeilijker om zich op een plek als het Gooi te vestigen, waar vermogen en toegang tot netwerken essentieel zijn voor sociale stijging en woonmobiliteit.
Ook de ruimtelijke ordening werkt in het nadeel van diversiteit. Gemeenten als Blaricum en Laren hebben bewust ingezet op lage dichtheid, ruime kavels en behoud van dorps karakter. Het verzet tegen hoogbouw en grootschalige woningbouwprojecten is er groot. Nieuwe woonwijken worden vaak gebouwd in het hogere koopsegment, wat instroom van een bredere, meer diverse bevolkingsgroep belemmert.
Kansenongelijkheid
Tot slot is er een culturele en historische component. Het Gooi heeft zich sinds de 19e eeuw ontwikkeld als buitenplaats voor rijke Amsterdammers en kunstenaars. Later werd het een enclave voor mediafiguren, ondernemers en de culturele elite. Dit heeft geleid tot een zekere mate van sociale zelfselectie: wie zich in het Gooi vestigt, voldoet vaak aan ongeschreven normen van gedrag, smaak en status. In zo’n context kan culturele homogeniteit – bedoeld of onbedoeld – in stand gehouden worden.
De beperkte etnische diversiteit heeft bredere maatschappelijke gevolgen. Er ontstaat een geografische scheiding tussen bevolkingsgroepen, waarbij het Gooi fungeert als een witte, welvarende enclave binnen een verder divers land. Deze socio-ethnische segregatie draagt bij aan ongelijkheid in kansen, netwerken en zichtbaarheid.
Signalen van verandering
Kinderen die opgroeien in het Gooi hebben vaak weinig contact met leeftijdsgenoten uit andere etnische of sociaaleconomische milieus. Dat beperkt hun referentiekader en kan bijdragen aan stereotypering en wederzijds onbegrip. Tegelijkertijd voelen jongeren met een migratieachtergrond uit andere delen van het land zich niet altijd welkom in deze regio, of ervaren ze drempels bij het deelnemen aan culturele en maatschappelijke activiteiten binnen het Gooi.
Er zijn voorzichtig signalen van verandering. In Hilversum en Huizen groeit de diversiteit langzaam, vooral in jongere leeftijdsgroepen. Culturele instellingen zoals het Mediapark en Singer Laren doen pogingen tot verbreding van hun publieksaanbod. Toch blijft de regio als geheel achter bij landelijke ontwikkelingen.
Regionale identiteit
Het Gooi is in veel opzichten een uitzonderlijke regio in Nederland: welvarend, groen, cultureel rijk én opvallend wit. De lage etnische diversiteit is geen incident, maar het gevolg van decennialang ruimtelijk, economisch en sociaal beleid. Hoewel er tekenen zijn van meer openheid, blijft het Gooi voorlopig een voorbeeld van hoe demografische homogeniteit en economische uitsluiting hand in hand kunnen gaan. In een steeds diverser land roept dat vragen op over inclusiviteit, gedeelde ruimte en de toekomst van regionale identiteit.