Met je vrienden een eigen keet bouwen en daar je weekenden slijten. Dat zit onder behoorlijk wat West-Friese jongeren ingebakken in de cultuur. Weegt een eigen plek waar drankgebruik begint op tegen de sociale controle? Bij '’t Gouden Gansie' in Hoogkarspel, zijn ze daar door de jaren heen van overtuigd.
Achter de brede bar zijn de muren gevuld met koelkasten, uitgestalde lege bierflessen en posters die in een autogarage niet zouden misstaan. Het plafond hangt vol met vlaggen en verkeersborden.
Aan de bar zit Thijs (22). Al bijna zes jaar is hun keet '’t Gouden Gansie' de thuisbasis van vele gezellige avonden met de vriendengroep. Na goedkeuring van zijn ouders bouwde hij samen met zijn vrienden de lege schuur om tot een keet. Eentje die niet onder doet voor het gemiddelde dorpscafé.
De plek gaat ze aan het hart. Ze dragen shirts met logo's van 't Gansie', en ook een tatoeage. "Ik heb hem op m'n onderarm. En mijn vriend Swen heeft 'm op zijn borst."
Tekst gaat verder onder de video.
“We waren zestien en we mochten nog niet naar de kroeg toe dus besloten we zelf een kroeg te bouwen”, vertelt Thijs. “Hij kwam op een ochtend naar ons toe om te vragen of hij de schuur mocht verbouwen tot mancave,” vertelt Sharon, de moeder van Thijs. “We wilden eerst zijn plannen horen, maar vonden het daarna goed, vooral omdat het ook zorgt voor veel sociale verbinding. Je ziet in de regio bij de jeugd toch ook veel problemen als het gaat om eenzaamheid, dat is bij deze groep echt een stuk minder.”
Veilig de grenzen opzoeken
Thijs vertelt dat de keet voor hem en zijn vrienden een plek is waar ze hun eigen grenzen veilig konden opzoeken. “Er wordt hier wel wat gedronken. Het hoort erbij. En toen we net begonnen was het een plek waar we konden kijken hoe ver we konden gaan. In plaats van in de kroeg helemaal naar de getver te gaan, konden we het hier rustig aan proberen.” En als het te ver gaat, is Thijs streng. "Kotsen kost je vijf euro, je ruimt het op en gaat naar huis!".
Dat keten in West-Friesland vaak de plek zijn waar het alcoholgebruik onder jongeren begint, ziet Sharon ook. “In het begin maakte ik me daar wel zorgen over. Ik vroeg me af of we ze geen vrijbrief gaven. Maar ze moeten ook hun grenzen leren kennen. Als ze op kamers waren geweest dan had ik er geen zicht op gehad. Toen ze jonger waren controleerde ik ze vaker, en greep ik ook wel eens in. Nu zijn ze volwassen en vertrouw ik ze.”