Sommige tradities zitten zo diep in de Nederlandse cultuur dat we er nauwelijks bij stilstaan. Drop eten, klagen over het weer en – daar is-ie – de drie zoenen voor een jarige. Een automatisme, een reflex. Net zoiets als je jas pakken bij vertrek. Zoals bij veel tradities, verandert ook deze. Zijn de drie zoenen nog van deze tijd, of is het moment gekomen voor een nieuwe manier van feliciteren?
Ik merkte het onlangs zelf tijdens een verjaardagfeestje. Omringd door een woonkamer vol mensen, liep ik naar de jarige om haar te feliciteren. Moest ik? Wilde ik? Een korte aarzeling. Voor de drieklapper moest ik eerst mijn bril afzetten – anders zouden onze glazen onhandig tegen elkaar tikken. Op het laatste moment koos ik toch voor een hand en een glimlach – en tot mijn opluchting deed zij hetzelfde. Geen ongemakkelijk gedoe, geen aarzelende passen of zoeken naar oogcontact. En het voelde prima. Misschien zelfs beter.
Toch is het niet altijd zo eenvoudig. Een andere keer begon ik automatisch aan het ritueel, tot iemand zei: "Nee, dat doen we niet meer." Ik bevroor. Mijn arm hing half in de lucht, mijn hoofd al iets naar voren – en toen dat ongemakkelijke moment: lachen, excuses mompelen of gewoon verdwijnen? "O, oké! Niet meer zoenen dus?" vroeg ik luchtig. De jarige glimlachte en haalde haar schouders op. "Nee, niet meer. Gewoon een hand, dat voelt prettiger."
Een confronterend besef: wat ooit vanzelfsprekend was, lijkt nu steeds minder passend. Is dit het einde van de drie zoenen?
Binnen Nederland zijn er regionale verschillen in hoe we feliciteren. In West-Friesland is het bijvoorbeeld gebruikelijk om bij een felicitatie twee zoenen op de wang te geven in plaats van drie. Dit leidt soms tot verwarring bij mensen van buiten de regio, die een derde kus verwachten en zich ineens ‘afgekapt’ voelen. Het is een subtiel, maar veelzeggend voorbeeld van hoe zelfs de manier van feliciteren cultureel bepaald is.
Volgens onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau laat een kwart van de Nederlanders de drie zoenen bewust achterwege. De coronabeperkingen doorbraken het ritueel en boden een kans om onze omgangsvormen opnieuw te evalueren. Nu die beperkingen voorbij zijn, ervaren velen het als een bevrijding en omarmen ze de nieuw verworven autonomie.
Sta eens stil bij de vraag: hoe vaak heb je gedacht – moet dit echt? Die lichte aarzeling, dat ongemakkelijke moment, het aftasten of de ander eraan begint. Links, rechts, links – of andersom? Soms een smakzoen, soms een vluchtige kus. En nadien de vraag: voelde dit als een oprechte felicitatie of eerder als een plichtmatige handeling?
We zijn niet de enigen die zoeken naar de juiste manier van feliciteren. Feliciteren gebeurt wereldwijd op heel uiteenlopende manieren. In Frankrijk feliciteren mensen elkaar vaak met een of meerdere zoenen op de wang, afhankelijk van de streek. In Parijs zijn het er twee, in sommige zuidelijke streken vier. In Italië en Spanje is de dubbele wangkus een speelse uiting van hartelijkheid. En in Japan en China is een felicitatie vaak subtiel: een lichte buiging of een respectvolle knik is voldoende. In Brazilië is een felicitatie juist uitbundig: knuffels, schouderklopjes en zoenen, afhankelijk van de regio en relatie.
Zijn we klaar om de drie zoenen achter ons te laten? Of bevinden we ons in een periode van sociale heroriëntatie, waarin we opnieuw bepalen wat verbondenheid betekent? Niet langer vastgeklonken aan een opgelegd ritueel, maar vrij om te kiezen hoe we onze warmte tonen. Het gaat niet om het loslaten van een traditie, maar om het creëren van een nieuwe, bewuste manier van feliciteren die echt bij ons past.
De mooiste felicitatie is niet die van gewoonte, maar die uit oprechte verbondenheid. Een knik, een handdruk, een knuffel – of toch die drie zoenen, maar dan omdat het goed voelt, niet omdat het moet. Wat voelt voor jou echt natuurlijk? Zijn de drie zoenen verleden tijd, of blijven we ze geven – maar alleen als het goed voelt? Hoe mooi zou het zijn als feliciteren weer écht betekenis krijgt?